Het Volvomuseum van Ernst Kasteleijn

Op Industrieterrein De Zodde in Loosdrecht huist het Volvomuseum van Ernst Kasteleijn. Een bijzonder museum vol oldtimers en andere spullen van het Zweedse merk. Loosdrechter Kasteleijn kan uren praten over zijn pronkstukken. ,,Als ik hier ruimte had voor driehonderd Volvo’s, zouden ze er staan.”

Besmet met het Volvovirus

Tekst: Stijn Keuris
Loosdrecht – Hij weet nog precies wanneer het virus toesloeg. Het was raak toen Ernst Kasteleijn als klein jongetje leerde schrijven. Omdat hij een late leerling was, sloeg hij de eerste klas over en werd hij door een nicht van zijn moeder klaargestoomd voor school. Om de kleine Ernst een beetje enthousiast te maken liet ze hem automerken naar keuze noteren om het schrijven onder de knie te krijgen. En het is echt waar, zegt Ernst, geloof het of niet. Volvo kwam er vier keer vaker in voor dan andere automerken. Niet zo gek als je weet dat hij als klein jongetje regelmatig achter het stuur van de Volvo ‘katterug’ van zijn vader kroop. Uren zat hij daar, in zijn hoofd maakte hij vele reizen. Het Volvovirus sloeg toe. In de garage van zijn ouders begon hij toen hij wat ouder was te sleutelen aan auto’s. Hij leerde steeds meer, ging naar andere garages en kon uiteindelijk het pand in Loosdrecht kopèn. Dat deed hij voor zijn bedrijf, dat verhoogde vloeren en zwembaden bouwt en klassieke Volvo’s restaureert. Daar verdient hij vooral zijn geld mee, het museum is niet commercieel. Maar wel heel erg leuk. “Het museum is vanaf de weg te zien en mensen komen soms aanwaaien”, zegt hij. “Maar er zijn ook bézoekers die van veel verder komen en omrijden. En zelfs buitenlanders, er is iemand speciaal uit Zweden gekomen om te komen kijken voor onderdelen. Voor oude auto’s zijn die steeds lastiger te vinden. Via Facebookgroepen heb ik contact met ‘Volvo-jongens’ over de hele wereld. Zo heb ik iemand uit Japan aan een onderdeel geholpen via een relatie uit Australië. Dat zijn toch leuke dingen, het merk leeft over de hele wereld.” Voor een niet-kenner is het soms lastig te begrijpen waarom iemand zo gepassioneerd is over één merk. Want het gaat Kasteleijn niet om auto’s in het algemeen. Saab, een ander Zweeds merk, interesseert hem maar bar weinig. ,, Vroeger reden huisartsen en tandartsen in Volvo’s”, legt hij uit. ,,Mijn vader was ook huisarts. Saab was voor excentrieke mensen. Kunstenaars, architecten. In de Saab reed de man met de wapperende sjaal, in de Volvo de man met grijze sokken, de lange onderbroek en een pijp in zijn mond. Dat was volgens Volvo zelf ook de doelgroep. Ik voel me niet verbonden met de doelgroep van Saab, maar dat is niet het enige. De techniek spreekt me niet aan, Saab is van huis uit ook een vliegtuigbouwer. De reparaties zijn ook duurder en veel dingen zijn onhandig. Neem de contactsleutel, die tussen de stoelen is geplaatst. Dat is niet zo handig als je honden hebt en ze net lekker hebt uitgelaten. Er komt zo zand in en dan is het kapot. Bij Volvo ligt het heel anders. De Amazone bijvoorbeeld, daaraan sleutelen is net wat moeilijker dan spelen met LEGO, maar het komt in de buurt van een meccanodoos. Toen ik student was liep ik vaak op de sloop rond. Voor een paar tientjes had je een onderdeel te pakken waarmee je je auto weer een “tijdje op de weg hield.”

Spioneren
Door het vele sleutelen werd Kasteleijn meer en meer een kenner. Het gaat volgens hem om trucjes leren. “Dat geldt eigenlijk voor het hele leven, alles bestaat eruit. Maar sommige mensen hebben moeite hun kennis te delen, ik snap daar niets van. Laatst kwam ik iemand tegen die bij een model wist hoe hij een probleem kon oplossen en ik vroeg hem hoe hij het deed. Hij wilde het gewoon niet vertellen! Ontzettend bekrompen, je bent collega’s en helpt elkaar toch? Er kwam onlangs ook iemand hier spioneren, ik zag hem op de camerabeelden lopen om het pand. Ik heb hem gelijk uitgenodigd voor een kop koffie, maar daar had hij dan weer geen tijd voor.” Zelf heeft Kasteleijn een totaal andere houding. Hij helpt mensen graag om hun auto te leren kennen. Bijvoorbeeld door ze mee te nemen naar de werkplaats. ,,Want dan kunnen ze thuis vertellen dat ze ook gesleuteld hebben.” Ook praat hij graag en vindt hij het leuk om groepen die het museum bezoeken uit te leggen waar alles vandaan komt. Maar omdat Kasteleijn ook nog zijn eenmanszaak moet runnen is het museum alleen op zaterdag geopend of op afspraak. Sommige dingen zijn minder leuk, zoals te vaak hetzelfde verhaal vertellen als er veel groepen komen. Maar zeker diefstal hakte erin bij Kasteleijn.

Embleempje
,,Ineens was er een zeldzaam embleempje weg nadat een groep was geweest. Een andere keer was er wat kapot. Ik vind dat onbegrijpelijk. Ik deel hier alles voor bijna niets, sta klaar om iedereen die geïnteresseerd is wat uit te leggen en dan krijg je dit. Eigenlijk moet alles achter glas, maar daar is geen beginnen aan en ik wil dat ook niet.” In de zomer was Kasteleijn in zijn vakantiehuis te vinden. En drie keer raden waar dat staat. Ook op vakantie in Zweden zoekt de Volvo-fanaat altijd naar iets moois voor in het museum of een onderdeel. ,,Maar als ik echt op zoek ga vind ik niets, als ik het even laat struikel ik over de mooie Volvo’s. Ze beginnen in Zweden nu ook wakker te worden. Een oude Volvo is daar veel normaler dan hier. Maar nu begint het om te slaan en wordt men zich bewuster van hoe mooi het is en de culturele en historische waarde.”

Pensioen
Bij zijn Zweedse huis heeft Kasteleijn ook een aantal Volvo’s. De één voor de onderdelen, de ander om in te rijden. Het moet ook wel, het pand in Loosdrecht is lang niet groot genoeg om alles in te bewaren. Het liefst zou Kasteleijn veel meer auto’s tentoonstellen. ,,Als ik hier ruimte had voor driehonderd Volvo’s zouden ze er staan. Maar het scheelt wel met opruimén over een paar jaar. Mijn pensioen zit in het gebouw in Loosdrecht, dus ik ga het uiteindelijk verkopen. Mijn vriendin gaat over zeven jaar met pensioen en ik zal volgen. We vertrekken dan naar Zweden, de mooiste spullen gaan mee en dan richt ik het museum daar weer in.” Zelf rijdt Kasteleijn natuurlijk ook in een Volvo, de 740. Een Zweedse achterwielaandrijver, niet een type dat in een buitenlandse fabriek is gemaakt. Daar is hij niet in geïnteresseerd, wederom omdat deze auto’s minder overzichtelijk te repáreren zijn, ook als er schade is gereden. Volvo heeft de naam een veilige auto te zijn, maar is dat ook echt zo? ,,Zeker”, zegt hij. ,,Ik heb vaak genoeg van mensen gehoord dat na een ongeluk de politie zei dat het maar goed is dat ze in een Volvo zaten. ze hebben de auto’s op druk van buitenaf gemaakt en de meeste ongelukken zijn met duwkracht. De auto zit dan flink in elkaar gedeukt, maar de passagiers zijn bijna altijd ongedeerd. Volvo wil dat er geen doden en eigenlijk ook geen gewonden in hun auto’s vallen. Helemaal zal dat niet lukken, maar het is een mooi streven. En het scheelt ze natuurlijk ook veel geld. Hoe meer er stuk gaat aan de auto, hoe meer de klap daarmee is opgevangen en de passagiers ontzien worden. Als de auto total loss is heb je weer een nieuwe nodig, ze generen zo een nieuwe markt. En door airbags en kreukelzone’s zijn nieuwe auto’s al snel afgeschreven.” Ook de oude Volvo’s zijn nog veilig volgens Kasteleijn. “Al monteer ik wel schijfremmen in plaats van trommelremmen. Dat is dan misschien niet helemaal authentiek, maar wel verstandig. Met nieuwe auto’s heb ik niet zo veel. Teveel elektronica, daar is nauwelijks zelf wat mee te doen als er iets kapot is. Hoe meer er in zo’n auto zit, hoe meer er kapot kan gaan. Je krijgt wel waar voor je geld, met name meer comfort, maar ik kan prima zonder. Het hoeft niet spartaans te zijn, maar al die snufjes interesseren me niet. In mijn auto heb ik een airco, maar ik maak er geen gebruik van. Ik doe gewoon het raam of dak open, dat werkt ook prima.”

Porselein
Omdat de handel in zwembaden en vloeren even wat minder loopt, leeft Kasteleijn nu van het inkopen en verkopen van Volvo’s. Hij is er veel mee bezig, hij denkt zo’n tachtig procent van de dag aan de Zweedse machines. Tussen 2002 en 2006 zat hij voor de VVD in de fractie van de gemeente Wijdemeren. Dat beviel hem maar niets, zijn ambitie om zakelijkheid in de politiek te krijgen liep uit op een teleurstelling. Teveel weerstand, te stroperig. “Als je een bedrijf runt zoals de politiek bedreven wordt, ben je zo failliet. Wel heb ik veel geleerd en weet ik nu hoe ik dingen voor elkaar moet krijgen. Maar ik moet niet denken aan een terugkeer. Ik heb zin in leuke dingen. Zoals mijn voorzitterschap voor de historische kring in Loosdrecht en mijn hobby Loosdrechts porselein. En natuurlijk Volvo’s.”